De staart van het Schipperke
Er bestaat een legende die verhaalt van het ontstaan van het Schipperke
zonder staart, doordat een Brussels wetenschapper, die een slechte
verstandhouding had met een van zijn collega's in Saint Crespin, deze diep
hoopte te treffen door het afsnijden van de staart van diens hondje. Maar het
effect was tegenovergesteld: iedereen was van mening dat het Schipperke zonder
staart mooier was dan zijn natuurlijke voorkomen. En dat is tot op de dag van
vandaag de reden van het Schipperke met stompstaartje en dat al meer dan 300
jaar. Of, naar een andere legende, door het herhalen gedurende 50 jaar van deze
amputatie er een erfelijke fenomeen ontstond van Schipperkes geboren zonder
staart omdat deze raszuiver zouden zijn. Vermoedelijk is de oorspronkelijke wens
geweest van sommige fokkers om hun fokproducten voor het gewone volk meer
aanzien te geven door te doen geloven, dat alleen Schipperkes zonder staart
raszuiver zouden zijn. In werkelijkheid zijn Schipperkes die zonder staart
geboren worden even bijzonder als het waarnemen van het monster van Loch Ness.
Een oude fokker bij ons, die gedurende meer dan 50 jaar Schipperkes geboren
heeft zien worden zegt dat hij nog nooit een Schipperke helemaal zonder staart
geboren heeft zien worden. Volgens hem is er een zeer beperkt aantal die op de
wereld komt met een rudiment van een staart zo groot als een erwt. De grootste
meerderheid komt ter wereld met een staart: dik aan de basis, min of meer kort
en puntig aan het eind. Soms lang en dun. Ongeveer 40 jaar geleden hebben we een
gepensioneerde kolonel gekend, die op zijn dagelijkse wandeling door de stad
vergezeld werd door drie Schipperkes die niet gecoupeerd waren. Deze drie die
absoluut uit dezelfde familie stamden leken sprekend op elkaar qua type en
formaat. Maar wat opviel was de staartdracht: één als een trompet boven op de
rug. de tweede verticaal als een kaars en de derde als een sabel zoals bij de
honden van tegenwoordig. Toch hadden allen gemeen, dat ze aarvormig, dik en vrij
kort waren zoals bij de Schotse terriërs. We hebben nog andere eigenaars van
Schipperkes met staart gekend waarvan de staart er gewoonlijk uit zag als van
een terriër met een bocht als een banaan. In 1900 verwees Pierre Megnin (vader
van Paul M. die velen van ons goed gekend hebben d.m.v. zijn artikelen in de L'
Eleveur) in zijn boek: "De hond en zijn rassen" "Sedert de meer dan 300 jaar dat
bet couperen bij Schipperkes in zwang is, is het zeker dat de afwezigheid van de
staart in enkele families erfelijk is geworden. Wij kennen er één van. in Parijs
waar bij elke worp enkelen zonder staart, enkelen met sterk verkorte staart en
enkelen met min of meer een natuurlijk verkorte staart. Wij geven het portret
van een charmant Schipperke-teefje, die op alle fronten de raseigenschappen
bezit, welke is geboren met een staart die ze prachtig draagt, maar die in
werkelijkheid slechts een kwart van de normale lengte heeft. Een zus had 1/3 en
twee broers waren helemaal staartloos. We laten het aan de verantwoordelijkheid
van de auteur over om te beweren dat de teef in kwestie een natuurlijke
ingekorte staart had, want naar de tekening van zijn hand lijkt ons de lengte
van de staart normaal. In ieder geval veel langer dan de meeste ongecoupeerde
staarten die wij hebben gezien.
Nog een kort stukje geschiedenis met betrekking op het Schipperke...
Was voor Wereldoorlog II het Schipperke ook in Nederland een welbekende hond,
na 1945 verdwenen ze praktisch geheel van het toneel. Het duurde tot de zestiger
jaren voordat enkelen weer belangstelling gingen krijgen voor dit leuke hondje.
Men begon op bijna wetenschappelijke wijze met de bestudering van de Belgische,
maar ook de Franse stambomen, om pas daarna Schipperkes voor de fok in Nederland
te importeren. Het waren vooral twee honden die naar voren kwamen: de Belgische
reu Kampioen Bastos de la Haine (Kampioen 1956) en de Franse Kampioen Marius des
Lutins Noirs Kampioen in 1932, in vierde generatie voorvader van Kampioen Bastos
de la Haine, waarvan nakomelingen naar vele landen in de wereld gingen. Teneinde
ook in Nederland een goede achtergrond te verkrijgen, werden de stambomen vooral
bestudeerd op de aanwezigheid van Kampioen Bastos daarop. In Nederland hadden
wij gelukkig ook een goede fokreu Kampioen Peerke, een kleinzoon van Bastos. Met
deze reu en de voornamelijk uit België, maar ook uit Frankrijk geïmporteerde
pupjes werd de fok in Nederland begonnen. Toen wij in 1974 voor het eerst een
Schipperkes bijeenkomst met 40 hondjes hadden met als keurmeester de Belgische
specialist Geo Tanghe, begon deze de keuring zonder enige verwachting. In de
loop van de dag echter, werd hij steeds enthousiaster door de Schipperkes die
hem getoond werden om tenslotte haast dansend van plezier aan de microfoon ons
te complimenteren voor het wonderlijk goede resultaat dat wij in zo korte
tijdsspanne bereikt hadden. Wij waren uiteraard heel blij met dit oordeel en
zijn ook daarna doorgegaan met de samenwerking met de Koninklijke Schipperkes
Club in België. Wilt U meer weten over dit oude ras Schipperke en zijn
ontwikkeling in de verschillende landen, dan raden wij U aan zich het door de
Vrienden van het Schipperke uitgegeven boek "Het Schipperke, de kleine zwarte
Belg" aan te schaffen door te bellen met telefoon nummer 013-5132181 of
013-5438445. Naast een uitvoerige beschrijving van de geschiedenis van het ras,
en een uitvoerige karakterbeschrijving, zal U dan tevens blijken dat ook
liefhebbers van gehoorzaamheid, behendigheid en andere trainingen, in het
Schipperke een liefhebber hiervoor zullen vinden. Wilt U inlichtingen over een
eventueel pupje, wend U zich dan tot de heer M. van Breda, telefoon:
013-5132181.
Schipperkes-stamboom
De stamboom is van het hieronder afgebeelde Schipperke 'Rakker'