De Koninklijke Schipperkes Club van België voert als motto: Ik ben Belg,
klein, sterk, verstandig, moedig, en trouw". Hiermede is het Schipperke
eigenlijk al volledig getypeerd. In de standaard lezen wij onder "algemeen
voorkomen": "een bij uitstek getrouw waakhondje, dat zich van vreemden steeds
afzijdig houdt. Levendig, behendig, onvermoeibaar, steeds lettend op alles wat
rond hem voorvalt en vriendelijk met kinderen. Hij kent de gewoonten van zijn
huis maar is steeds nieuwsgierig om na te gaan wat achter een deur of een
meubel, dat men wil verplaatsen voorvalt. Lucht gevend aan zijn gevoelens door
schel geblaf en zijn rechtstaande kraag. Hij zoekt het gezelschap van paarden,
kan heel goed met de eigen katten overweg, jaagt op mollen en andere
knaagdieren. Hij kan dus voor de jacht gebruikt worden daar hij de bewoonde
konijnenpijpen aanduidt en daar ook hazen uit het kreupelhout opjaagt". Een
tijdschrift aan het eind van de 18e eeuw noemde hem "een gitzwart duiveltje
zonder bokkenpoten en zonder staart". Maar dit gitzwarte duiveltje is voor zijn
eigen mensen de liefheid en aanhankelijkheid in persoon. Als een grote waakhond
heeft hij een groot gevoel van verantwoordelijkheid tegenover zijn huis en alles
wat daarbij hoort. Het zijn zogenaamd eenmanshonden, maar daarnaast is zijn
leven eveneens gewijd aan de overige leden van het gezin, en bovenal de kinderen
ervan. Deze karaktertrekken hebben echter ook tot gevolg dat hij voor vreemden
op zijn hoede is en zich wantrouwend tegenover hen gedraagt. Een "bijter" is hij
alleen dan, wanneer hij meent dat dit van hem verwacht wordt. Wanneer u hem
bijvoorbeeld heeft opgedragen op uw eigendommen te letten zal geen vreemde de
kans krijgen er bij te komen. Maar verder houdt hij het liever op een
vervaarlijk brommen. Heeft men echter zijn vriendschap gewonnen, dan is het er
één voor het leven. Van alle hondenrassen van klein formaat is hij zeker de
sterkste, de hardste hond. Met zijn dichte onderhaar is hij bestand tegen regen
en koude en zijn vacht is niet zo lang dat hij er in de nattigheid last van
krijgt. Hij kan gemakkelijk in een flat gehouden worden en brengt weinig kosten
voor voeding met zich mee. Hij is schoon van nature en wast zich als een poes.
Ook heeft hij geen enkele hondenlucht bij zich. Het Schipperke paart zijn klein
handig formaat aan het karakter van een grote hond "A mini dog with a king sized
personality" zoals er eens in een Amerikaans boekje gepubliceerd werd. Hierdoor
stelt hij bepaalde eisen waaronder zeker valt dat er geregeld stevig met hem
gewandeld moet worden. Hij is beslist geen schoothond of kussenhond. Het is een
genot hem pijlsnel als een kanonskogel over het veld te zien rennen. Zijn
beweeglijkheid dient niet onderschat te worden. Desondanks, of misschien juist
daarom, kunnen ze heel oud worden. De historie kent tal van "methusalems" onder
de Schipperkes. Het zijn prettige wandelkameraden, want ook loslopend hoef je
niet bang te zijn hem kwijt te raken. Dit hangt samen met het doel van zijn
leven wat voor hem n.l. inhoudt, dat hij er in de allereerste plaats voor moet
zorgen dat zijn baas of vrouw niets overkomt. Daarom kan hij niet weglopen en is
dit om de één of andere reden voor hem toch noodzakelijk, dan zal hij na
afhandeling daarvan weer hard naar u terug lopen (b.v. na het zien van een
konijn). De "kwade reuk" van lawaaiige hond hebben zij wellicht te danken aan
het feit, dat zij door hun naam vereenzelvigd worden met de honden van de
binnenscheepvaart, die altijd klaar staan om tegen iedereen en alles te blaffen.
Maar ga eens naar de Schipperkesring op een tentoonstelling, of naar de benches
waar ze zitten. U zult er geen geblaf horen; de Schipperkesring hoort tot de
rustigste van de hele tentoonstelling. Ook in huis zijn het meestal rustige
honden, maar als er iets gebeurt of er wordt gebeld dan moet hij zijn baasje
waarschuwen. Een Schipperke hoor je in huis niet, tenzij daar reden voor bestaat
en dat is voor de eigenaar ook een hele geruststelling. Wat het jachtinstinct
betreft, muizen en rattenvangers zijn het meestal wel maar dit hangt wel van hun
leefmilieu af waarin ze verkeren. Maar hoever het jachtinstinct gaat hangt af
van het individu. Een Schipperke is nieuwsgierig en intelligent, heeft
wilskracht en een groot gevoel van eigenwaarde. Dit maakt hem soms wet koppig,
maar heeft ook tot gevolg dat hij nooit bang is en zelfs geen angst kent voor
het "grote". Voor een exemplaar van een groot ras zal hij geen stap opzij doen.
Een Schipperke is een ridder zonder vrees of blaam. Het Schipperke hoort tot de
heel oude hondenrassen. De kynologische geleerden hebben zich er lange tijd het
hoofd over gebroken waar hij nu eigenlijk bij hoorde. Men zag hem geruime tijd
voor een terriër aan maar is uiteindelijk tot de conclusie gekomen, dat het een
herdershondje is. En inderdaad, het hoeden zit hem in het bloed. Alhoewel deze
hond al eeuwen lang als huishond is gehouden zijn het hoeders gebleven. Dit kan
hij plotseling demonstreren wanneer hij op een wandeling een groep schapen
ontmoet die hij dan zo nodig op een hoop moet drijven. Maar wat hij ook zijn
moge, ons kleine Schipperke is een echte hondse hond. Een wezen dat naast trouw,
blijdschap en liefde ook temperament en waakzaamheid in zich verenigt en tot op
zekere hoogte zelfs jachtlust, een hond om te hebben! |
|